Dat Brainport van betekenis is voor Eindhoven en de regio, misschien wel grote betekenis, is duidelijk. Daar is iedereen het over eens. Het heeft veel goeds gebracht en kan in de toekomst, Brainport 2020, nog meer goeds brengen. Echter tegelijkertijd zijn er t.a.v. de structuur en financiën nog wel een paar opmerkingen te maken. Of, zoals in de PvdA bijdrages van 2011 al naar voren gebracht, kan het effectiever en efficiënter? Vorig jaar dachten we van wel en dit heeft geleid tot 3 moties en 1 amendement. Al deze moties en amendementen zijn met een stevige meerderheid aangenomen, dus het draagvlak voor uitvoering was in de Raad breed aanwezig. En ook in 2012 blijven we Brainport positief kritisch volgen.
In de voorstellen voor de financiering van de Brainport ambities voor de periode 2013-1216 zien we dat de eerste voorzichtige stappen gezet worden van basisfinanciering van Brainport naar projectfinanciering. Prima dat deze weg nu is ingeslagen. Maar het gevoel bestaat dat er nog steeds een zware basisstructuur bij Brainport is ingericht die voor een flinke overhead zorgt. Overigens is dit niet alleen een gevoel, ook de cijfers bevestigen een stevige overhead met dito zware kostenstructuur. En een stijging van medewerkers over de periode 2010-2011 ! Dit is tegengesteld aan de richting die we graag hadden gezien, namelijk een slankere basisorganisatie. En ook tegengesteld aan de richting waar deze tijd om vraagt, namelijk een sobere bedrijfsvoering. Immers om draagvlak te behouden moet aan de stakeholders, en dat zijn ook alle inwoners van de Brainportregio, aangetoond worden dat elke euro goed besteed is. Hier zullen we het college de komende jaren dan ook op blijven bevragen.
Opvallender echter nog was de financiering of funding van de Brainport organisatie en activiteiten. Waar komt het geld vandaan waar de activiteiten van Brainport betaald worden? Het antwoord op deze vraag was verrassend. Immers 70% van de funding komt van de overheid (SRE-gemeenten, provincie en Europa). De resterende 30% komt van de andere twee partijen uit de Triple Helix, namelijk de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Waarbij dan ook nog eens een substantieel deel, meer dan 50%, in natura wordt ingebracht in de vorm van beschikbaar gestelde uren. Slechts een zeer klein deel wordt in de vorm van cash gestort. In een gelijkwaardige Triple Helix constructie zou je verwachten dat de drie partijen de lasten ook eerlijk zouden verdelen, dus 1/3-de, 1/3-de en 1/3-de. En niet een verhouding waarin de ene partner 70% van de lasten draagt en de andere twee partners tezamen slechts 30%, waarvan ook nog eens slechts een beperkt deel in cash. Vandaar dat PvdA met een motie is gekomen die het college oproept om deze scheve verhouding recht te trekken en dus een grotere bijdrage in cash te vragen aan het bedrijfsleven en het onderwijs. Deze motie werd in de Raadsvergadering van 27 maart jongstleden unaniem aangenomen. Aan de Raad de taak om dit, evenals de moties en amendementen uit 2011, kritisch te blijven volgen.
En dat de koerswijziging van de Brainport organisatie misschien voor sommige niet snel genoeg gaat is begrijpelijk. Echter, door de jaren heen is de tanker Brainport op een bepaalde koers gelegd, nu proberen we deze bij te sturen. En dat gaat nu eenmaal niet met een fors ruk, hoeft ook niet, maar met kleine bewegingen. En dat gedurende 4 jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten